© Made & Powered by Bert
Koninklijke Balboogmaatschappij
St. Servatius Aalst
Algemeen Reglement
Hoe gebeurt de schieting in de club?
Met een balboog wordt er naar omhoog geschoten, naar houten blokjes, vogels genoemd. Deze zijn
geplaatst op een hoogte van 18,10 meter (+- 10 cm). De vogels hebben een doormeter van 31 tot 33 mm
en een lengte van 52 tot 55 mm, zilvergekleurd, in het midden hiervan is een gaatje van 6 mm diameter.
Deze worden met één slag vastgezet op de stalen pinnen van 10 mm doormeter, 230 tot 250 mm lang, rood
gekleurd. Deze worden vastgelast op een stalen lat op winkelhaak 30 tot 32 graden naar voren gebogen en
120 tot 125 mm van elkander verwijderd, deze bevat zo 7 of 9 van deze pinnen. Het geheel wordt de prang
genoemd. Deze moet gemakkelijk kunnen op- en neergaan om de afgeschoten vogels te kunnen
vervangen door nieuwe.
De loden bal (ongeveer 17 gram) wordt boven opgevangen door een zeer sterk, slagvast doek, liefst zwart.
Verder is deze kap omhangen met een net, vissersnet of metaalgaas-net met kleine mazen. Dit is om de
wegspringende bal op de vogel of de pin op te vangen en te laten neerkomen rond de schutter, deze
daarentegen wordt zeer zelden getroffen, daar hij de vlucht van zijn afgeschoten bal volgt.
Er wordt van links naar rechts geschoten, iedere vogel heeft een nummer, de pin moet volledig leeg zijn,
zoniet wordt er naar het overblijvende stuk verder geschoten. Een andere vogel niet in volgorde telt
evenmin. Er zijn zo 15 clubschietingen met 10 beurten, 5 of 3 na afspraak bij het begin van het
clubkampioenschap mogen wegvallen, slecht resultaat of afwezigheid, zodat het kampioenschap dus
afgaat op 100 of 120 beurten.
Dan heeft men nog de kallescheut, deze valt buiten deze 15 en is de afsluiter van het seizoen. Deze heeft
plaats alle jaren de eerste zondag van oktober. Hier wordt er naar een vaste vogel geschoten, groter dan de
gewone en versierd met vleugeltjes en pluimen. Deze staat in het midden van de prang op een grotere pin
die gespleten is van boven, deze zit dwars door de vogel, en kan dan nog van boven opgespied worden
met een wig. Dit is een echte verrassingsschieting, daar deze vogel 20 tot 25 volle treffers moet gekregen
hebben, vooraleer hij er dan nog per verrassing afvalt.
Maar voor er naar deze vogel kan geschoten worden, moet eerst de kist met snoep en noten die er onder
hangt leeggeschoten zijn. De snoep is voor de aanwezige kinderen, de noten voor de schutters. Wanneer
deze kist leeg is worden de brokstukken verwijderd en begint de eigenlijke schieting. Wanneer de schutter
nu de vogel raakt, krijgt hij een witteke en een verfstreep op zijn gezicht. De kallekoning is deze die het
laatst de vogel raakt en hij valt naar beneden. Deze wordt dan gehuldigd onder de wip, krijgt de braak van
kallekoning om de schouder en een passend geschenk. Deze wordt dan de adjunkt van de koning en moet
er voor zorgen dat er de vollegende kallescheut een kist is met snoep en noten.
Dan is er nog de koningsschieting. Deze heeft plaats alle pare jaren de zondag na Onze-Lieve-Heer
Hemelvaart. Samen met de twee andere Aalsterse maatschappijen, komen wij ‘s morgens om 9u30 samen
voor een rondgang in de stad, met muziek de drie vlaggen der maatschappijen en de drie vorige koningen.
Veelal wordt de koning der oudste maatschappij Sint Servatius thuis afgehaald, waarna de stoet de drie
lokalen bezoekt. In de namiddag om 15 u is er dan de schieting naar de koningsvogel elk in zijn lokaal. Dit
is eveneens een grote vaste vogel, zoals hierboven beschreven voor de kalleschieting. Dit is eveneens een
verrassingsschieting met een kans voor elke schutter als hij er maar op is. De koning wordt ook onder de
wip gekroond en krijgt de braak (curak) om de schouders, teken van zijn waardigheid. Dan wordt er met zijn
allen driemaal rond de wip gedanst en een heildronk geoffreerd.
Traditioneel met Sint Hubertus, 3 november, patroonheilige van de balboogschutters, of de zaterdag
daarop, is er een mis in de Sint Martinuskerk met de drie maatschappijen. Daar worden de drie
koningsbraken (curaks) op een staander rond het altaar opgehangen. Tijdens de mis worden deze dan door
de priester terug om de schouders gehangen van de koningen. Na de mis is er dan de processie in de kerk,
met de 3 vlaggen, de 3 koningen, het bestuur van de verbroedering en alle leden en sympathisanten met
een flambeeuw. Dan volgt het schrijn van Sint Hubertus, gedragen door 4 schutters met een grote lantaren.
Deze processie eindigt aan het altaar van Sint Hubertus. Daar wordt ten offer gegaan en geluk en zege
afgesmeekt voor het volgende jaar. Na de zegen van de priester met de monstrans, wordt er van de nieuwe
leden, de belofte van bereidheid afgenomen voor het naleven van de reglementen en het in stand houden
van de oude tradities. Dan worden ze ook pas als volwaardig lid in de gilde opgenomen.
Na deze plechtigheid is er nu ook de prijsdeling voorzien in één van de drie lokalen. Dit is voor het
clubkampioenschap, huldiging nogmaals van de koning en de kallekoning, stadskampioenschap en op
nationaal vlak de best geklasseerden, evenals de uitreiking der wisselbekers. Na deze huldiging is er een
gezellig samenzijn met een smoske, muziek, zang en een dansje.
Nieuwe leden
De balboogsport is geen dure sport. U moet zich niet blindstaren op die bogen, deze worden u in leen
gegeven ofwel schiet u met iemand mee. Wanneer uw lidgeld is betaald en uw kaart is aangevraagd bij de
L.U.K. of U.R.A., bent u verzekerd: voor burgerlijke aansprakelijkheid, eventuele schade aan derden
veroorzaakt, ook aan aangesloten leden onder elkaar. Een collectieve individuele verzekering dekt ieder lid:
in geval van overlijden en invaliditeit, arbeidsongeschiktheid en medische verzorging.
Verder krijgt u het schuttersvest gratis in bruikleen, of kunt u deze kopen aan een matige prijs. Uw plaat met
gaten en pasgat, om uw ballen zelf af te draaien op de maat van uw loop, krijgt u eveneens in leen van de
club. Loden ballen krijgt u voldoende tot u er zelf of met iemand van de club kunt gieten. Alle gebeurlijke
averij aan de boog wordt in de club hersteld.
Hebt u een technische knobbel, zeer goed meegenomen. Kunt u goed overweg met de pen, geen bezwaar.
Bent u aangenaam in de omgang, eerlijk en bereidt als het nodig is voor de club te werken. Hebt u een
goed oog en zenuwen die u kunt bedwingen. Houdt u van een babbel, een feestje, een etentje, een kaartje
leggen en een pintje pakken, kom maar af, u zult met open armen ontvangen worden in gelijk welke
maatschappij van onze Federatie. Dit geldt ook in de meeste maatschappijen voor vrouwelijke leden
schutters, maar dan ook onder dezelfde reglementatie als hun mannelijke collega’s.
Alle inlichtingen worden u graag gegeven in alle maatschappijen.