© Made & Powered by Bert
Koninklijke Balboogmaatschappij
St. Servatius Aalst
Sint Joris
De Sint Joris gilde behoort tot de oudsten der nog bestaande schuttersgilden van de stad Oostende. De
gilde werd gesticht in 1854 uit de kruisbooggilde Concordia door de heren Liebaert, Mouque, De Haese,
Menneheer, De Vos, Schinckel en Vandekerckhove.
De balbooggilde werd tot de algemene vergadering van 19 december 1858 onder het voorzitterschap
geplaatst van het duo Liebaert en De Haese (Deken) en in genoemde vergadering, die bijgewoond werd
door 21 leden, werd onder meer voorzien in de verkiezing van een hoofdman en krijgt de heer Maurus het
vertrouwen van 20 leden.
Een reglementenboek ziet het daglicht "Den vijfden der maend Maerte 1860" en telt niet minder dan 66
artikels waaruit wij benevens de samenstelling van het bestuur "Art. 9 - 12 bestuursleden" volgende
bepalingen terugvinden:
Art. 38: Een confrater, vooraleer deel te nemen aan een schieting moet den inleg (nooit boven vijftig
centimen) betalen.
Art. 46: Het is strengelijk verboden te vloeken of onbetamelijke redevoeringen te houden omtrent pers of
doel op boete van vijf centimen.
Art. 47: Alle confraters die zich in staet van dronkenschap zouden bevinden zullen niet toegelaten worden
mede te schieten op boete van vijf centimen tot twee franken, door de Raad te bepalen.
Art. 48: Het inkomsrecht voor elken nieuwe confrater is bepaald op vijf franken, de maendelijkse retributie
op vijftig centimen.
3 mei 1881 werd de heer Samyn voorzitter, functie welke hij uitoefende tot 1893. 1882 werd August Pede
Erevoorzitter vande balbooggilde. 20 augustus 1890 kreeg de balbooggilde bij een schrijven van Zijne
Majesteit Koning Leopold II de toestemming zich "Koninklijk" te noemen, dit schrijven is steeds te
bezichtigen in het bestuurslokaal). In 1894 had de aanstelling plaats van Alphons Danneels als voorzitter.
Tijdens de eerste wereldoorlog werden alle aktiviteiten verboden en gingen vele bogen en bijhorend
materiaal verloren. Na deze trieste periode konden heel wat balbogen worden gerecupereerd mede door de
inzet van Charles De Bock en na herstelling van het herwonnen materiaal konden de aktiviteiten weer
opgestart worden.
In 1926 werd Guillaume Soenen met algemeenheid van stemmen tot voorzitter verkozen. Guillaume was in
datzelfde jaar medestichter van de "Nationale Federatie van Balboogschutters".
Wereldoorlog II had tot gevolg dat andermaal alle aktiviteiten werden verboden, wat echter, wereldoorlog I
indachtig, niet tot gevolg had dat verlies werd geleden aan bogen of materiaal. Er volgde een nieuwe start
op 27 mei 1945. Guillaume Soenen werd op 18 maart 1951 na zijn overlijden opgevolgd door zijn zoon
Marcel Soenen.
In juli 1961 werd de houten mast dank zij inbreng van alle leden vervangen door een metalen mast met
beweegbare mast, een ontwerp van Laurent Soenen die op 21 januari 1974, na grootvader Guillaume en
vader Marcel, de fakkel van Hoofdman - Voorzitter overnam, hierbij een familiale traditie voortzettend.
Vrouwelijke leden zijn bij de gilde tot dusver uit den boze.
Terloops: De Koninklijke Balboogmaatschappij Sint Joris Oostende, beschikt sinds 1930 over een eigen
lokaal met drankgelegenheid en groot terras van waar uit de zomerse schuttersaktiviteiten kunnen worden
gadegeslagen. Het is er aangenaam vertoeven in een bosrijke omgeving.